Beste wandelliefhebbers,
Wij zijn zeer verheugd u te mogen begroeten op de website van onze wandelclub " Torenvrienden ". Via deze we willen we u praktische en handige informatie meegeven omtrent het reilen en zeilen van onze wandelclub. De samenstelling van ons bestuur vind je verder in de bijlage zodat u bij vragen en / of opmerkingen steeds een bestuurslid kunt contacteren.
Onze club maakt deel uit van Wandelsport Vlaanderen, waardoor u als lid ook automatisch verzekerd bent bij deze federatie en u tevens de driemaandelijkse Walking Magazine ( één per gezin ) ontvangt. Wandelsport Vlaanderen is tevens aangesloten bij het Belgisch Volkssport Verbond dat op zijn beurt deel uitmaakt van het Internationaal Volkssport Verbond.
Onze wandelclub ( opgericht in 1980 ) telt ongeveer 200 leden. De wandelingen zijn voor recreatieve wandelaars met korte wandelingen van 4 - 6 en 10 km. Het zijn telkens drie verschillende parcours. Bij het combineren van de drie verschillende parcours kunt u ook 14 - 16 en 20 km wandelen.
Wij streven ernaar om het onze leden zo aangenaam mogelijk te maken. Het bestuur wenst te werken met een open visie en daarom vragen wij aan alle clubleden" is er iets dat jullie niet zint laat het ons dan zo snel mogelijk weten zodat de nodige acties ter verbetering kunnen genomen worden.
Zoals u ziet , heeft onze club u veel te bieden en maakt u een goede keuze om lid te worden van onze club.
Sportieve groeten en vooral veel wandelplezier. Hopelijk tot binnenkort !
Door de plaatselijke werkgroep “Ken Uw Gemeente” werd in 1975 het initiatief genomen om op 29 juni een wandeling te organiseren om Oostham beter kenbaar te maken aan haar inwoners.
Gezien men geen ervaring had met de organisatie van een wandeltocht, werd contact genomen met de heer Heselmans, voorzitter van wc Leopoldsburg, en deze ging akkoord om met de hulp van enkele personen uit Oostham de organisatie op zich te nemen, dit volgens de reglementeringen van de toenmalige NWF (Nationale Wandelfederatie). Men noteerde 168 deelnemers. Gezien het succes werd besloten, de volgende jaren, gelijklopend met de jaarlijkse Kristoffelbedevaart op de laatste zondag van juni, een wandeling onder de naam van “Kristoffeltocht” te organiseren. Het aantal deelnemers steeg gestadig en bereikte in 1979 meer dan 1000 wandelaars.
Door het vlotte verloop en het stijgend succes van deze tochten broeide de gedachte ook in Oostham een wandelclub te stichten.
In 1979 staken de initiatiefnemers die zich reeds vanaf 1975 hadden ingezet om samen met de club van Leopoldsburg de ondertussen reeds bekende Kristoffeltocht te organiseren, de koppen bij mekaar, en werden de plannen gesmeed een wandelclub op te richten in Oostham. Plannen die na de Kristoffeltocht in 1979 in een versneld tempo terecht kwamen.
Tijdens een vergadering op 3 mei 1980 werd uit een groep personen die de wandelmicrobe reeds te pakken hadden een bestuur gekozen en op 5 mei 1980 werd reeds een aanvraag ingediend om aan te sluiten bij de NWF (Nationale Wandelfederatie).
Als clubnaam werd gekozen “Torenvrienden – Oostham” dit naar aanleiding van de wandeling in 1978 tijdens de feesten “1000 jaar leefgemeenschap Oostham", verwijzend naar de 1000 jarige kerktoren van Oostham.
De aanvraag tot aansluiting werd tijdens de algemene vergadering van de NWF in september 1980 goedgekeurd onder de naam van “Torenvrienden-Oostham” met als stam nr: LO 41.
Dat jaar werd de toen reeds bekende Kristoffeltocht zoals voordien nog georganiseerd onder hoede van wc Leopoldsburg, met vertrek van uit het gloednieuwe Kristoffelheem.
Na de wandeling werden Dhr. & Mevr. Heselmans in de bloemen gezet als blijk van waardering voor de zes jaren van raad en bijstand bij het organiseren van de Kristoffelwandelingen.
Vanaf dan moest de pasgeboren club haar eigen weg gaan en verder werken aan haar groei en uitbouw onder leiding van het pas gekozen bestuur.
Groei en bloei van de club. |
De pas verkozen bestuursleden namen hun taak volledig ter harte, en zetten zich volledig in voor de uitbouw van hun nog prille club die op dat ogenblik 37 leden telde.
In groepsverband werd regelmatig (om de twee weken) een groepswandeling ingericht met samenkomst, vertrek en aankomst telkens in een andere plaatselijke café of clublokaal van een vereniging.
Zo werd elke, wijk gehucht of vereniging in hun initiatief betrokken waardoor de club meer bekendheid kreeg, het ledenaantal van de club groeide stelsel- matig en het aantal deelnemers aan de wandelingen steeg.
In de weekends nam men steeds in groep deel aan wandelingen gespreid in de provincie Limburg en bij burenclubs in de provincie Antwerpen en Brabant.
Hiervoor verzamelden men om 13.00u aan de kerk van Oostham, om zo samen per auto te vertrekken naar de gekozen wandeltocht.
In 1981 werd de Kristoffeltocht voor het eerst georganiseerd in eigen beheer, en dit met onverhoopt succes, niet alleen wat het aantal deelnemers betrof
(bijna 900 deelnemers en zelfs vier clubs kwamen per autocar) maar ook de organisatie verliep vlot.
Dit was voor het clubbestuur een flinke aanmoediging om op de ingeslagen weg verder te werken aan de uitbouw van hun nog jonge club Er werd besloten om “midweekwandelingen” in te richten, en deze kregen de naam “wafeltochten”, en “Kapellekenstochten” met vertrek vanuit het buurthuis “De Warande” en de nabijgelegen “KWB Kantine”.
De wandelaars waren telkens in hun nopjes met de gratis aangeboden vers gebakken wafel en de mooie omgeving waarin de omlopen waren uitgestippeld.
Jaar na jaar werden er nieuwe organisaties op touw gezet.
Het aantal clubleden was reeds zo sterk gestegen, dat busuitstappen voor de leden werden ingericht en dit aan zeer lage deelnameprijs.
In 1981 werd voor de eerste maal een voettocht naar Koersel Kapelleke inge-richt, een wandeling van ongeveer 13 km die in groep werd afgelegd en waar bij aankomst, iedereen op een open plek in het bos, vergast werd op een pick-nick .
Gezien het succes dat deze tocht kende, was het bestuur van mening dat een tocht van grotere afstand misschien ook wel kon, temeer daar vele van onze leden fervente wandelaars waren geworden. Nog hetzelfde jaar werd eveneens een voettocht in clubverband gepland naar
Scherpenheuvel, afstand 23 km. Met onderweg de nodige bevoorrading en bij aankomst in Scherpenheuvel een verzorgde koffietafel ,viel deze tocht in de smaak van onze leden.
Beide tochten staan nog steeds op onze jaarlijkse activiteiten kalender.
Op zondag 22 november ’81 werd de eerste “Herfstwandeling” ingericht, wandeling die nadien omgedoopt werd tot “Sinterklaastocht” dit om de kinderen meer te betrekken bij het wandelen. Deze tocht kreeg als vaste datum, de laatste zondag in de maand november(waar nu regelmatig wordt van afgeweken door data verschuivingen in de wandelkalender)
Al deze tochten staan nog steeds op onze jaarlijkse activiteitenkalender.
Ook geschiedkundig voelde de club zich betrokken bij de gebeurtenissen in ons dorp.
Om de leden op de hoogte te houden over het leven in de club, verscheen in januari ’81 het eerste clubblad onder de naam “ONS KRANTJE”, dat tot heden nog steeds om de twee maanden verschijnt.
Geschiedkundig voelde de club zich ook min of meer verbonden met Oostham.
Zo werd in 1982, ter herdenking van de bevrijdingsgevechten in september 1944, de “Bevrijdingsmars” in onze jaarkalender opgenomen, met als datum de eerste zaterdag van september.
Wonderlijk is het zeker niet dat met dit alles de club langzaam maar zeker meer uitstraling kreeg en met een leden aantal dat ondertussen gegroeid was tot meer dan 250 leden één van de toonaangevende clubs was in de toenmalige wandelfederatie.
Door de jaarlijkse deelname van een 15 tal clubleden aan de “Vier Daagse Mars Van De IJzer” kreeg de club nog meer uitstraling. In 1992 werd de groep “Oosthamse-Torenvrienden” er door de jury uitgeroepen tot de best marcherende en geordende burgergroep.
Maar niet alleen wandelen was van belang. Er werd ook aan vakantie gedacht en gefeest.
Op 26 februari ’82 had in het Kristoffelheem het eerste clubfeest plaats waar 150 leden aan deelnamen. Feest dat tot heden nog elk jaar op het programma staat. Regelmatig werden in het begin, reizen in clubverband naar Oostenrijk of Italië georganiseerd (Tirol en Zuid-Tirol). De laatste jaren was de bestemming Kapll in Oostenrijk.
De Torenvrienden-Oostham zijn na al die jaren gegroeid tot een wandelclub waarop men in onze gemeente terecht fier en trots mag zijn.
Elk jaar lokt zij duizenden wandelaars van heinde en ver naar Ham om er te genieten van de prachtige natuur.
Toekomst gericht. |
Het bestuur, met een voorzitter die al bijna 40 jaar aan het roer staat van de club, zal er, samen met de overige bestuursleden, die zich toch ook bijna allemaal meer dan 30 jaar inzetten voor de club, alles aan doen, met de doelstelling van de stichters van de club voor ogen, het beste te bieden aan haar leden en de wandelaars.
Louis.
De naam Ham werd voor het eerst vermeld in 784, naar het Germaans hamma, een landtong die in een moerassig gebied inspringt.
Reeds in 698 schonk Pepijn van Herstal, die het land in bezit had, dit aan de Abdij van Sint-Truiden. In 1307 kwam het patronaatsrecht aan de Abdij van Averbode. Van 1372-1834 was er een kasteel, dat ten zuidwesten van het later ontstane dorp Oostham was gelegen. Dit dorp ontwikkelde zich aan een kruispunt van wegen: de weg van Kwaadmechelen naar Heppen, en die van Olmen naar Beverlo. In het centrum lag een driehoekig dorpsplein, waaraan de kerk zich bevond en nog bevindt. In de 16e eeuw werd vooral vlas en vezelhennep/hennep verbouwd, waarvan onder meer visnetten werden vervaardigd. In de 17e eeuw werden er schapen gehouden en nam de laken nijverheid enige vlucht. In de 19e en 20e eeuw kwam er werkgelegenheid in de omgeving: de chemische industrie (zoals het latereTessenderlo Chemie, de steenkoolmijn van Beringen en het militaire Kamp van Beverlo. De landelijke bebouwing verdween goeddeels en er ontwikkelde zich lintbebouwing langs de uitvalswegen. Na de Tweede Wereldoorlog werden nieuwe wijken aangelegd, namelijk Wasseven en Generode.
Onze Onze-Lieve-Vrouw Geboortekerk van Oostham bezit de oudste toren van het land, het onderste, stenen gedeelte dateert immers uit de 10e eeuw. De muren zijn opgetrokken uit Diesterse ijzerzandsteen en doorsneden met het zogenaamde opus spicatum of “korenaarverband”. Op het stenen gedeelte rusten de “klokkenstoel” en de achtzijdige, geknikte torenspits. Rond 1000 was het Oosthamse godshuis een eenvoudig Romaans zaalkerkje. In de 14e en 15e eeuw ontstond in de streek een nooit eerder gekende welstand door de opbrengst van wol en vlas. De bevolking groeide aan en waarschijnlijk werd de kerk te klein, zodat in de 14e eeuw een kruisbeuk en een vroeggotisch koor aangebouwd werden. De adellijke familie van Hoensbroeck, die toen de plak over Oostham zwaaide, kreeg rechts in de kruisbeuk een eigen kapel met persoonlijke ingang. Toen in 1603 de kerk met 2 zijbeuken in renaissancestijl verbreed werd, moest de westwand van de kapel afgebroken worden. De grondheren van Hoen hielden echter aan hun recht en eisten een nieuwe kapel. Uiteindelijk kregen ze die in 1623. Tot op het einde van de 18e eeuw werden in die kapel de overledenen van hun familie begraven. Deze veelhoekige kapel in renaissancestijl werd achteraf als sacristie gebruikt. Aan de noordkant van de kruisbeuk werd als tegenhanger van de herenkapel een gildekapel ingericht. Bij verbouwingswerken in 1603 werden boven elk venster van de noord- en zuidgevel puntvenstertjes aangebracht. In 1836 werden ze door architect Spaak verwijderd. Hij overkluisde de hele ruimte met één dak. Het gotische gewelf verdween en er kwam een tongewelf voor in de plaats. Aangezien het marktplein hoger dan de vloer van de kerk lag, drong zich ook de noodzaak op de kerkvloer te verhogen. De steunberen van de toren werden weggebroken en in de toren zelf werd een ingangsdeur aangebracht. Een laatste vergroting kwam er in 1934. Deze niet zo fraaie uitbreiding van de kerk wordt aan architect Jules Yzemans uit Mol toegeschreven. Hij moest de noorderzijbeuk afbreken en een nieuwe neogotische vleugel aanbouwen. Door deze ingreep verloor de kerk haar harmonische eenheid. Bij de aftocht van de Belgische troepen op 11 mei 1940 werd de kerk na een verwittiging in brand gestoken, omdat de Belgische legeroverheid vreesde dat de Duitsers de toren als observatiepost zouden gebruiken. Enkele dappere inwoners probeerden nog de beelden en kerkschatten te redden, maar konden niet beletten dat verscheidene kostbaarheden verloren gingen. Lang heeft de kerk van Oostham op haar heropbouw moeten wachten. Op zondag 29 juli 1956, dus maar liefst 16 jaar na de brand, kon de kerk terug in gebruik genomen worden. De kerk heeft een unieke beeldenrijkdom die zeker de moeite waard is om eens te bekijken.